|
6 "Inderdaad, grote en lege zalen,"
zegt de steen,
"maar daar is echt geen plaats.
Mooi, wellicht, maar buiten het bereik
van jouw zwakke zintuigen.
Je kunt me leren kennen, maar nooit doorgronden.
Gans mijn oppervlak keer ik naar jou toe,
met mijn hele binnenste lig ik afgewend."
7
|