VanafLincoln.jpg (12297 bytes)

 

 

 

VanafLincoln.jpg (12297 bytes)

 

 

 

VanafLincoln.jpg (12297 bytes)

 

 

 

VanafLincoln.jpg (12297 bytes)

Washington Memorials

De residentie van Harer Majesteit's Ambassadeur.

Via losjes, maar zeer wel overwogen, rond gestrooide donkerrode chrysanten, tussen twee immense bloemstukken van zeker 1.5 meter hoog door, probeer ik mijn weg te vinden het bordes op van de residentie van Harer Majesteits Ambassadeur te Washington DC. Doodzonde om op die mooie grote chrysanten te stappen, dus voorzichtig stappend kom ik boven. De vlag hangt uit boven de deur die bij mijn aankomst direct wordt geopend. Een lid van de ambassade staf verwelkomt mij en mijn jas wordt door de dame die de deur opendeed meteen weggewerkt. Voor mij een marmeren trap, links een stilleven met bloemen, rechts een stilleven met bloemen, beiden met levende bloemen eronder. Boven aan de trap nogmaals een bloemstuk, dit keer zeker twee meter hoog, met voornamelijk bladeren, afgewisseld met chrysanten. Halverwege kan ik links of rechts kiezen om op de ontvangst verdieping te komen en kies rechts, mij ondertussen vergapend aan de zijden gobelins aan weerszijden.

Ik word meteen opgevangen door een butler en enkele seconden later heb ik een glas jus in mijn handen waarmee ik mij naar de zitkamer begeef. Deze is bijna geheel van meubels ontdaan op enkele zitjes aan weerszijden na en in het midden staan vier zuilen waarop arrangementen met veel bladeren en lelies. Ik wandel naar de eetkamer waar de eettafel afgeladen is met bloemstukken in kristallen vazen en Mobach aardewerk, afgewisseld door kaarsen en ornamenten van vijgen, aubergines, druiven, pruimen en, wederom, bladeren. Alles in uitgekiende, uitbundige, herfsttinten. In beide kamers hangen de wanden vol met 16e, 17e en 18e eeuwse schilderijen.

Op naar de bibliotheek. Maar laat ik eerst even vertellen wat ik hier aan het doen ben. Ik geef gehoor aan een uitnodiging van de ambassadeur en zijn echtgenote om de geheel en al gerestaureerde residentie te bezoeken, waar, ter gelegenheid van de voltooiing van die restauratie, bloemkunstenaar Wolterinck uit Laren zijn talenten heeft mogen tentoonstellen. (De bloemenwinkel van meneer Wolterinck heb ik verschillende malen bezocht om inspiratie op te doen. Gekocht heb ik nooit iet. Zijn prijzen worden geïnspireerd door de inkomens van de Gooise Mat). Ik was dus al wandelend, tussen de andere gasten door, op weg naar de bibliotheek, waar zich op dat moment niemand anders bevindt dan een heer die foto's wil maken.

Hij stelt zich voor en blijkt de Nederlandse architect te zijn die de restauratie heeft begeleid, gecoördineerd en wat dies meer zij. De man is uitermate enthousiast en legt mij uit dat hij, bij één van zijn eerst bezoeken aan de residentie, achter het in dit vertrek toen aanwezige verlaagde plafond het vreselijk beschadigde, maar nu prachtig gerestaureerde plafond ontdekte. Heel veel ornamenten, rozetten, strikken etc. op een crèmekleurige achtergrond in donkergroene, olijfkleurige en donker rode tinten. Hij vertelt dat het enige dat geheel en al nieuw is in het vertrek de openslaande deuren naar het terras zijn. Het terras zelf is ook een nieuwigheid, waaronder zich machinerie bevindt, zo groot als die voor een museum, die de centrale airconditioning op gang houdt. Hij opent de deuren voor me en laat zien hoe mooi dat weggewerkt is via een soort talud, waarin de luchtroosters zijn verwerkt, dat naar de tuin loopt een verdieping lager. Op het terras zelf wordt de blinde muur van de buren versierd met een gedicht van Keates.

Nadat mijn vriendelijke gids afscheid heeft genomen ga ik nogmaals de vertrekken door, nu niet voor de bloemstukken, maar gewoon genieten van mooie lambriseringen, deurornamenten en het meubilair. Dat laatste is prachtig antiek en vormt met de talloze schilderijen een waar museum van Nederlands, Vlaamse kunst. Vandaar dus die museale airconditioning! Als ik mijn drankje op heb en alles grondig heb bekeken, daal ik de trappen weer af, neem mijn jas in ontvangst in de damesgarderobe (met een schilderij van Isaac Israels) en zoek weer mijn weg tussen de uitgestrooide chrysanten door naar de straat. Als ik op de stoep sta vergaap ik me nog even aan het sobere, neo-classistische gebouw (dit volgens de catalogus die ons met het drankje werd overhandigd), dat in de twintiger jaren van deze eeuw werd geconstrueerd. Het is in 1944 aangekocht door Nederland en is sindsdien de residentie voor de ambassadeur. Beatrix schijnt hier ook privé vertrekken te hebben, maar die stonden niet open voor bezichtiging……

De wind is gaan liggen, de zon schijnt heerlijk en ik besluit de kap van de auto naar beneden te doen (we zijn sinds kort de bezitters van een Chrysler Sebring Convertable; "be in Rome and do as the Romans", heet dat). De zwarte Amerikaan die nog steeds een auto staat te poetsen voor één van de vele ambassadeurs residenties in deze straat en die mij bij aankomst verzekerde dat ik goed geparkeerd stond en twee uur mocht blijven staan op die plek, zwaait me toe en roept in zijn South-American-Sing-Song-Amerikaans: "It's a beautiful day for a convertable". Lachend zoef ik weg, toch even iets anders dan ons peugeootje 205 in Kampen, en besluit de terugweg door Rock Creek Park te nemen.

In mijn Herfstparadijs hebben de bomen al heel veel bladeren verloren, en ertussen ontdek ik tot mijn verbazing een hele boel oude villa's. "Bomen zijn belangrijk" aldus de burgemeester van Washington. Niet dat hij nu ook al neigingen heeft om met bomen te praten, maar hij heeft ons via de krant duidelijk gemaakt dat Washington altijd de reputatie heeft gehad van "de groenste hoofdstad ter wereld", en dat daar sinds 1973 behoorlijk de klad in is gekomen. Het aantal bomen van Washington is sinds dat jaar met 64% afgenomen. Vierenzestig procent! Toen ik dat las viel mijn mond letterlijk open, want elke keer weer verbaas ik me over de enorme hoeveelheid groen in deze stad. Bossen, parken, bomen langs de wegen, allemaal naar mijn gevoel nog steeds in grote hoeveelheid aanwezig.

Washington heeft een tijd lang een burgmeester gehad die meer ophad met cocaïne snuiven dan met het inhaleren van frisse bomenlucht. Tijdens die bestuurlijke periode, die met gevangenneming van de man werd afgesloten, werd er niet één van de 4000 bomen die in deze stad jaarlijks een "natuurlijke dood" vinden vervangen. Verder veranderde Washington en omgeving sinds 1973 van een landelijk dorp in een stad met heel wat "high-rise" waar bomen voor moesten vallen. Die hoogbouw begint direct buiten DC zelf, want in The District, mag niets hoger zijn dan het Washington Memorial, de 169 m hoge obelisk achter het Witte Huis. Dit jaar wordt er volgens de burgervader $9 miljoen uitgegeven aan het "boom-programma" en volgend jaar nog eens $6 miljoen en dat moet natuurlijk verklaard worden in een stad met 45.000 hongerige kinderen. "Als we niet voor onze bomen kunnen zorgen, hoe moeten we dan zorgen voor onderwijs en goede wegen" was zijn pleidooi. Een redenatie waar ik enigszins verward van raak, maar goed wie ben ik en sinds ik hier rond rijd weet ik dat, wanneer je niet goed uitkijkt, je van gat naar gat dreunt en dendert over wegen die ze zelfs in onze slechtst bedeelde provincie Limburg niet zouden pikken. Dat van die scholen was me al eerder duidelijk geworden, maar de bomen blijken nu dus ook in nood te zijn. Ik weet en ken niet beter dan het huidige boomrijke Washington en raak zo langzamerhand verslaafd aan "even een rondje Rock Creek Park", wat me in ieder geval gezonder lijkt dan een rondje crack. Na Wolterinck's bloemstukken en ornamenten met veel herfstblad in een statige residentie, ga ik door een herfstpark waar de natuur zelf haar ornamenten creëerde en de grond met bladeren bezaaide naar huis. Een bladerige middag.

Eisjen
02.12.99 «««