Moeder en zoon voor de skyline
|
New
York, New York.....
Aan het
eind van Anton’s weekje hier moest zoonlief terug naar New York, waar
hij het vliegtuig naar huis kon pakken. Na de ochtendspits van
Washington vertrekken en voor de avondspits bij New York aankomen was de
bedoeling en dat lukte prima in viereneenhalf uur tijd. Een motel
gereserveerd aan deze kant
van New York, in North Bergen, zodat we de auto zonder problemen en
zonder extra kosten mooi kwijt konden. Je zit dan vlakbij New York en
kunt prachtig de skyline van de Big Apple bekijken in de dorpen
Weehawken en Hoboken (nog geen 10 minuten met de auto vanuit het motel). Prachtige plaatsen om foto’s te maken en in Hoboken kan ook heerlijk gegeten worden. Na het in- en uitlopen van de verschillende etablissementen, waarbij Anton constateerde dat het er een paradijs was, omdat er overal bijna alleen maar vrouwen zaten, besloten we tot de Mexicaan, “El Bajo”. Razend druk, prima eten en inderdaad weer bijna alleen vrouwen.... Al die artikelen die ik de laatste tijd gelezen heb over “De jonge, goed opgeleide Amerikaanse vrouw, in het bezit van een goede baan, die niet aan de man kan komen” leken zich hier in werkelijkheid voor onze ogen af te spelen. Heel vreemd, vooral als je er op gaat letten en elke keer alleen maar groepjes vrouwen binnen ziet komen. Hoboken
is een dorp dat zich, aan de andere kant van de Hudson, recht tegenover
New York, rondom de oude dorpskern ontwikkeld heeft tot een
Yuppencentrum in veel schitterende apartementsgebouwen. De bewoners
maken gebruik van de ferry om over te steken naar Manhattan. Het is ook
het dorp waarvan ik me realiseerde dat het nogal eens gebruikt wordt in
politiefilms met wilde achtervolgingen, waarbij je dan telkens via de
nauwe straten een blik kunt werpen op New York. Nu geen politiedrama’s,
maar rustige straten waar het prima wandelen was in het late avonduur. De
volgend dag namen wij ook de ferry, die heel rustig was op deze zonnige
zaterdagmorgen. De boot bracht ons naar Midtown New York van waaruit we
de bus (inbegrepen bij het ferry-kaartje) naar Times Square namen. De
plek waar New York altijd het “Nieuwe Jaar” ingaat en een
interessant gekkenhuis om te bekijken. De immense reclames flitsen je
van alle kanten toe en de Nasdaq laat je constant weten hoe of het met
haar koersen staat. “Nooit wil ik hier wonen”, was zoonlief’s
commentaar. Een uitspraak die ik wel kan begrijpen, maar de stad
intrigeert mij hevig. Die combinatie van strakke wolkenkrabbers, hier en
daar een kerkspits en de oude, rijk versierde, eerste hoogbouw doet een
soort tintelende energie door me heen gaan, die me voortdrijft van blok
naar blok om te weten te komen hoe het in elkaar zit, hoe het werkt en
wat het allemaal verbergt. Bijkomen kun je dan altijd in een Starbucks. Het enige café in de US of A waar je gegarandeerd goede koffie kunt drinken. Met aan het tafeltje naast ons een drietal flink bewapende politieagenten in gesprek met een operazangeres die hen blijkbaar tijdens het laatste kerstfeest voor een drankje had uitgenodigd (heerlijk vind ik dat, gesprekken afluisteren in een omgeving waar niemand het je kwalijk kan nemen omdat het bijna onvermijdelijk is), kwamen we weer bij van de drukte en besloten de metro te nemen naar Chinatown.
Een stuk rustiger en een totaal andere sfeer. Straten met stalletjes waar gezellig langs geslenterd wordt, een pleintje waar Chinese mannen en vrouwen fanatiek domino of kaart spelen en waar, op kleine, rode, plastic krukjes je toekomst voorspeld kan worden. De Chinees gemodelleerde straatlampen staan in schril contrast met de huizengevels waarvan de eindeloze brandtrappen de grootste blikvangers zijn. En natuurlijk is er een ruime keus voor lunch. Bij binnenkomst in een optrek waar de bediening uit een groot aantal oudere heren bleek te bestaan werd ons de pot met thee meteen voorgezet. Heerlijk. Toen Anton aanstalten maakte zijn vader wat eten op te scheppen met de woorden “Papa hou je bord even aan”, brak er een grote glimlach door bij de oudere heer die ons nog wat thee in stond te schenken en hij zei “Good son, but mother first.....”. We schoten allemaal in de lach en Anton gaf ruiterlijk toe dat hij groot gelijk had. Mijn hart heeft hij gestolen. Daarnaar weer verder te voet, langs de Brooklynbridge, richting Twin Towers. Je steekt dan Manhattan zo’n beetje dwars door van Noordoost naar Zuidwest. Als je aan de voet van deze hoogste skyscrapers staat en naar boven kijkt begrijp je waarom het ‘wolkenkrabbers’ genoemd worden. Er stond weer een eindeloze rij om de lift in te mogen naar de top en daar zijn we maar omheen gelopen. Vorig jaar heb ik het uitgebreid bekeken met die andere zoonlief, Erik, dus was blij dat Fred en Anton geen zin hadden om tijd te verdoen in de rij. Tijd was kostbaar op deze dag. Het liep tegen vieren en Anton moest tegen achten op Newark zijn, een van de vliegvelden rondom New York. Dus gingen we opzoek naar de ferry die ons terug moest brengen naar onze auto. En die vertrok vanuit North West Batterypark. Een plek met uitzicht op het Statue of Liberty waar New York er zo bloot mogelijk bij leek te liggen, te skeeleren of te flaneren. Vrouwen in minimale tanga’s en mannen met geoliede bovenlijven deden vergeten dat we in puriteins Amerika waren. De jacht op de andere sekse, of dezelfde sekse, leek druk aan de gang met prachtig opgepoetste lijven en spierbundels die werden gedemonstreerd via ingewikkelde capriolen op skeelers. Tussen al deze heen en weer schietende hormonen bleef de ferry keurig heen weer de Hudson over varen en bracht ons, terwijl we op haar bovendek een laatste blik wierpen op Manhattan en Mevrouw Liberty, mooi op tijd aan de overkant. |
|
|
Washington Memorials Inhoudsopage | Eisjen mei '01 |
||