Meisje met de zwavelstokjes
Tja, daar zit je dan op de 36e Roodkapje te zijn. Grootmoeder is dood (dodenmaskertje op de stoel), de wolf is gedomesticeerd, hond geworden, en dat mandje hoeft nergens meer heen. De dominostenen laten zien, dat het verhaal niet meer klopt (ze 'matchen' niet). Wat nu? Vergankelijkheid. Assepoester heeft genoeg van het verhaal van de prins op het witte paard. Ze veegt hem resoluut van de mat: dag prins ik geloof niet meer in jou. Voor de zekerheid houdt ze nog wel één prinsje-op-wit-paardje in een hamstertredmolentje, just for fun. Netjes gerangschikt boven haar glazen muiltje en de pompoen.
Sneeuwwitje heeft zelf het stukje appel uit haar keel gewerkt. De prins is niet meer nodig en van de zeven dwergen heeft ze alleen zeven fotootjes bewaard. Op de achtergrond loopt de heks achter haar eigen appel aan. En van de appel naar de slang is maar een klein stapje...
De schepping van de mens op de achtergrond: God heeft een spinnewiel in zijn handen en prikt Adam in slaap. Doornroosje zit op de voorgrond slapeloos te wachten. Waarop? Voor de zekerheid liggen er in ieder geval slaappillen onder haar bed. De rattenvanger bevrijdde de stad van de ratten. Dat was goed. De burgemeester weigerde de hiervoor afgesproken som te betalen. Dat was niet goed. De rattenvanger nam vervolgens alle kinderen van de stad mee. Dat was ook niet goed. De weegschaal in de hand van de - hier vrouwelijke - rattenvanger toont de strijd tussen goed en kwaad: kind en rat in dit geval. De rattenvanger snelt weg over een pad van goudstukken. En op de achtergrond verdwijnen de kinderen van de stad op de ruggen van de ratten: dag grote mensen, maken jullie ruzie over geld, wij zoeken het verder zelf wel uit.
De gouden bal viel in de put en de kikker redde de prinses van de woede van haar vader, door de bal er weer uit op te duiken. Maar wel op voorwaarde dat hij dan uit haar bekertje mocht drinken, van haar bordje mocht eten en in haar bedje mocht slapen. Deze prinses heeft liever wat meer kikkerprinsjes: je kunt beter een beetje de keuze hebben. Ze zit klaar met de gouden bal als een bowlingbal in de aanslag en de kikkertjes staan met hun kikkerpoten in hun kruis de bal af te wachten, alsof ze in een doel staan. Boven hun hoofd: het laatste avondmaal van Leonardo da Vinci, waarin de kikker in het midden een toost staat uit te brengen. Immers het was zijn laatste avondmaal als kikker, na de nachtzoen krijgt hij zijn oorspronkelijke vorm weer terug. Er vindt dus een metamorfose plaats van kikker naar prins. Ik verwerk een metamorfose in de vorm van de overgang van gouden bal naar ei. En eieren gebruik ik weer door mijn verf. Een schilderij over macht. De gelaarsde kat was slim en ontleende daaraan macht. Deze gelaarsde kat, houdt een muisje gevangen onder haar laars. Ze rookt arrogant een sigaartje en zit op een zebrapad, omdat wie de macht heeft nu eenmaal overal voorrang krijgt. Ze ziet niet dat achter haar de wereld in brand staat. En ook dwarrelende veertjes, tekenen van kwetsbaarheid, ontgaan haar volledig. Macht is zó betrekkelijk. In mijn schilderij is het meisje met de zwavelstokjes volwassen geworden en ze constateert dat die brave burgers haar nog altijd onverschillig de rug toekeren. Ze besluit dat het genoeg is geweest en ze steekt 'de wereld' in brand, zodat ze eindelijk haar eigen leven kan gaan leiden. Hans en Grietje proppen zich vol met fastfood en ongezond veel snoep. Ze zijn nu weliswaar tonnetjerond en dus een lekkere hap voor de heks, maar die realiseert zich ook dat als ze die ongezonde kinderen nuttigt, ze daar zelf ook niet beter van wordt. Dus kiest ze ervoor haar kookpot in gebruik te nemen als kweekpot voor slaplanten. Op de grond heeft ze alvast het 'Vegetarisch kookboek voor beginners' klaarliggen.
Tja, daar zit je dan op de 36e Roodkapje te zijn. Grootmoeder is dood (dodenmaskertje op de stoel), de wolf is gedomesticeerd, hond geworden, en dat mandje hoeft nergens meer heen. De dominostenen laten zien, dat het verhaal niet meer klopt (ze 'matchen' niet). Wat nu? Vergankelijkheid.
|